Voer de volgende stappen uit op servers waarop ePO is geïnstalleerd.
Controleer of de ePO-server voldoende harde schijfruimte heeft voor de upgrade:
- Tijdelijk systeemstation: vereist 2 GB of meer vrije schijfruimte.
- ePO-installatiestation: kan tot drie keer de omvang van de map McAfee\ePolicy Orchestrator of 20 GB vereisen, afhankelijk van welke groter is.
OPMERKING: als de ePO-server is geïnstalleerd op hetzelfde station als de tijdelijke systeemmap en de ePO-installatiemap 15 GB groot is, is de vereiste harde schijfruimte in het C-station meer dan 45 GB. Deze ruimte is nodig voor de tijdelijke systeemmap. In dat scenario hebt u 15 GB X 3 + 2 GB = 47 GB vrije ruimte nodig. In hetzelfde scenario, indien de ePO-installatiemap 2 GB groot is, moet het station minimaal 20 GB + 2 GB = 22 GB vrije ruimte hebben.
(Optioneel) verlaag de hoeveelheid vereiste schijfruimte door logboekbestanden en tijdelijke bestanden te verwijderen uit de ePO-installatiemap voordat u een upgrade uitvoert:
- Stop de ePO-services:
- Klik op Windows+R, voer services.msc in en klik op OK.
- Klik met de rechtermuisknop op de volgende services en selecteer Stoppen:
McAfee ePolicy Orchestrator x.x.x-toepassingsserver
McAfee ePolicy Orchestrator x.x.x-server
McAfee ePolicy Orchestrator x.x.x-gebeurtenisparser
- Verwijder de bestanden in de volgende mappen:
BELANGRIJK: verwijder nietde mappen. Verwijder alleen de bestanden in deze mappen.
- \Server\Temp
- \Server\Logs
- \DB\Logs
- \Apache2\Logs
- Verwijder alle back-upbestanden en -mappen die mogelijk handmatig zijn gemaakt ergens in de installatiemap van ePO naar buiten de installatiemap.
- Start de ePO-services:
- Klik op Windows+R, voer services.msc in en klik op OK.
- Klik met de rechtermuisknop op de volgende services en selecteer Starten:
McAfee ePolicy Orchestrator x.x.x-toepassingsserver
McAfee ePolicy Orchestrator x.x.x-server
McAfee ePolicy Orchestrator x.x.x-gebeurtenisparser
Het kenmerk id='orion.server.https' mag niet ontbreken in server.xml::
OPMERKING: deze actie is alleen vereist
wanneer een upgrade van ePO 4.x naar 5.x wordt uitgevoerd.
Raadpleeg
KB78121 om te bepalen of het kenmerk id='orion.server.https' ontbreekt in het bestand server.xml. Het artikel bevat instructies voor het toevoegen van id='orion.server.https' aan de lijst met kenmerken indien dit ontbreekt.
Direct uitvoeren van clienttaken uitschakelen: wanneer de McAfee Agent-extensie wordt geüpgraded in ePO, worden eerder uitgevoerde taken die zijn geconfigureerd om direct te worden uitgevoerd opnieuw uitgevoerd op de volgende agent-servercommunicatie. Deze actie kan veroorzaken dat diverse producten opnieuw worden geïmplementeerd op clients. U kunt dit probleem voorkomen door voordat u een upgrade uitvoert alle taken uit te schakelen die zijn ingesteld op Direct uitvoeren. Zie
KB74420 voor meer informatie.
Schakel ePO-servertaken en alle geplande Windows-taken uit die mogelijk zijn ingesteld voor uitvoering op de ePO-server: Schakel alle taken uit die de installatie kunnen verstoren (zoals wissen, ophalen en repliceren). Als u Drive Encryption gebruikt, moet u alle LDAP-synchronisatietaken uitschakelen voordat u de upgrade van de ePO-server start. Controleer of er geen LDAP-synchronisatietaken worden uitgevoerd. Als deze taken toch worden uitgevoerd, wacht u totdat ze zijn voltooid. Zie
KB84690 voor meer informatie.
Zie het gedeelte Servertaken in de producthandleiding voor uw versie van ePO voor informatie over het bewerken van taken:
- PD26914 - Producthandleiding voor ePolicy Orchestrator 5.9
- PD25504 - Producthandleiding voor ePolicy Orchestrator 5.3
- PD24808 - Producthandleiding voor ePolicy Orchestrator 5.1
Windows-updates uitschakelen: schakel Windows-updates uit om er zeker van te zijn dat deze de installatie of upgrade van uw ePO niet verstoren. Zie voor meer informatie
https://support.microsoft.com/en-us/help/12373/windows-update-faq.
Software van derden uitschakelen:
- Schakel alle software uit waarmee services op uw ePO-server automatisch opnieuw worden gestart. Deze stap omvat het uitschakelen van controlesoftware (zoals Microsoft System Center Operations Manager) die invloed kan hebben op het starten en stoppen van de ePO-services tijdens de installatie of upgrade.
- Schakel alle softwareproducten van externe partijen uit die mogelijk machtigingsproblemen kunnen veroorzaken.
Zorg ervoor dat de 8.3-naamgevingsregel is ingeschakeld: De 8.3-naamgevingsregel moet zijn ingeschakeld op het station waarop ePO wordt geïnstalleerd. Voor instructies over het inschakelen van de 8.3-naamgevingsregel, raadpleeg oplossing 1 in
KB51431.
Aangepaste indexen: als er aangepaste indexen zijn gemaakt, bekijkt u
KB73614 omdat deze indexen worden verwijderd moeten voordat u een upgrade probeert.
Andere overwegingen: zorg ervoor dat er geen gedeelde mappen, snelkoppelingen op het bureaublad, toegewezen stations of andere geopende verbindingen ergens in de ePO installatiedirectory aanwezig zijn, om problemen met bestandsvergrendeling te voorkomen.